Scope Nexus

Gegevens die verzameld zijn van de RTU’s of PLC's worden bij aankomst gecontroleerd op incidentbasis voor alarmcondities, bepaald door een enkele verandering of een complexe evaluatie van condities en waarden.

De gegevens worden in het real-time geheugen van de interne Nexus-telemetriedatabase geschreven, met een tijdsstempel en eventuele informatie over kwaliteit. Alle gebruikersinterfaces van Prism, met ‘belangstelling’ voor deze gegevens, worden automatisch bijgewerkt.

Als een alarmmelding wordt gegenereerd, wordt dit aan de operator gemeld op de mimics van de gebruikersinterface of via hoorbare aankondigingen. Een lijst met op dat moment openstaande alarmmeldingen wordt bijgehouden, inclusief volledige gegevens van de vordering van het alarm. Alle alarmmeldingen worden als een langetermijnbestand naar de archiefserver gezonden.

RTU/PLC-gegevens kunnen bovendien verder worden verwerkt door speciale applicatieprogramma’s, en in de archiefdatabase worden ingevoerd voor trending en analyse op een later tijdstip.